OrganPulse 

 

Update van de module ‘Organ Pulse/Chinese schema’
Zowel het ontwerp als de functionaliteit zijn aangepast. We beschrijven alle updates een voor een.
1. Eerst werd de distributie van energie via de meridianen in afzonderlijke sectoren getoond, nu wordt dit weergegeven in een vloeiende lijn.

2. Als voorbeeld nemen we afbeelding 2 uit de demoversie van de VedaPulse software.

Boven staat een oude grafiek, onder de nieuwe. Wij zijn van mening dat een vloeiende lijn een meer organische manier is om de distributie van energie via de meridianen weer te geven.

Wanneer u met de cursor over de geselecteerde meridiaan gaat, licht deze bovendien op tegelijk met de sector. De kleur van de sector geeft de functionele status weer van de organen en systemen die bij deze meridiaan horen.

• Geel — groot energietekort (syndroom van leegheid)

• Lichtgroen — neiging tot energietekort

• Groen — normale toestand, optimaal evenwicht tussen energie verbranden en weer opladen

• Lichtroze — neiging tot spanning  

•  Helrood  —  sterke spanning (syndroom van volheid). De zone van lichtgroen naar lichtroze is een brede band die een normale toestand weergeeft, groen is een smalle band van normale toestand.

Verder is een indicator van de toestand van elke meridiaan de kleur van de onderliggende laag van de grafiek. Deze basislaag bestaat uit een aantal diametrische cirkels die een gemeenschappelijk middelpunt hebben. Deze cirkels vormen ronde zones die de grenzen van de standaard energiewaarden aangeven. De standaardwaarden hebben een kleur, dezelfde vijf kleuren die worden gebruikt voor de sectoren en die oplichten wanneer u er met de cursor overheen gaat. Voor de basislaag worden alleen transparante kleuren gebruikt. 

In deze afbeelding licht de rode sector op wat spanning aangeeft (syndroom van volheid) in de galblaasmeridiaan wanneer de cursor op de energiezone staat die wordt geassocieerd met deze meridiaan (voorbeeld 2).

2.  Beschrijving van elk kanaal.  De beschrijving staat rechts van de grafiek. Deze verschijnt wanneer u op de desbetreffende sector in de grafiek klikt. De beschrijving bestaat uit:

• Namen conform de algemeen aanvaarde nomenclatuur (algemene naam, Chinese naam, Franse naam en de naam volgens de WHO classificatie)

• Belangrijkste kenmerken van het kanaal (categorieën en functies)

• Energietoestand van het kanaal (neiging tot te weinig of te veel energie, neiging tot functionele spanningen/afname van de functies van de met het kanaal verbonden functionele systemen)

• Symptomen en ziektepatronen van te veel of te weinig energie

• Aanbevelingen voor belangrijke punten van de kanalen in de ziekteleer.

3. En nu het allerbelangrijkste! De energie van de meridianen wordt getoond in twee grafieken: relatieve en absolute energiewaarden.  Het relatieve energieniveau wordt aangegeven met een blauwe lijn, het absolute energieniveau met een rode lijn. De gebruiker kan weergave van elke variant in- en uitschakelen, los van elkaar of beide grafieken tegelijk.

In de vorige versie van de module ‘Organ Pulse’ werd slechts één grafiek met het relatieve energieniveau getoond. In deze nieuwe versie hebben we niet alleen het ontwerp van de grafiek aangepast (losse sectoren vervangen door een vloeiende lijn), maar ook de functionaliteit van de module uitgebreid door de verdeling van de absolute energiewaarde grafisch weer te geven.

We leggen uit wat we bedoelen met ‘relatieve’ en ‘absolute’ energiewaarden. Om dat te verduidelijken geef ik een ander voorbeeld. Stel je een grote sterke gewichtheffer voor en een kleine bosmier. We organiseren een wedstrijd tussen hen tweeën. Ze doen een wedstrijdje gewichtheffen.

De sporter kan 200 kg heffen en de mier maar 1 g. Maar de gewichtheffer weegt 100 kg dus hij heft 200% van zijn eigen gewicht. Een mier, die slechts 100 mg weegt, kan 10 keer zijn eigen gewicht heffen (1000% van zijn eigen massa). Om te beoordelen wie van de twee sterker is, de sporter of de mier, moeten we eerst bekijken welk systeem we hanteren om hen te kunnen vergelijken. Als we een absoluut waardesysteem gebuiken, wint de sporter, maar als we gebruikmaken van een relatief systeem, is de mier sterker.
We keren terug naar de 12 meridianen.
Een manier van om absolute energiewaarden te meten is met nominale eenheden. Relatieve waarden meet je in percentages. Om te begrijpen waarom we deze twee maatstelsels nodig hebben, kijken we naar voorbeeld 3 uit de demoversie van de VedaPulse software.

We kijken eerst naar de rode lijn die de absolute energiewaarden weergeeft. Deze patiënt heeft weinig vitale energie en daarom is er weinig energie aanwezig in de meridianen. Als je naar deze grafiek kijkt kun je alleen maar aannemen dat er weinig energie is, de nuances van de verdeling over de meridianen wordt niet getoond. De ‘energiestromen’ zijn zo minimaal dat deze nuances bijna niet zichtbaar zijn. In dat geval is een grafiek met de relatieve energiewaarden – de blauwe lijn – nuttig. We stellen deze kleine hoeveelheid energie op 100% en nemen aan dat dit de individuele norm is. Natuurlijk is deze individuele norm veel lager dan de standaard gezonde norm, maar nu kunnen we de afzonderlijke nuances van de energieverdeling zien via meridianen.

Door te kijken naar de relatieve waarden krijgen we meer inzicht in de nuances van individuele energiedistributie via meridianen. De absolute waarden helpen om een schatting te kunnen maken van de werkelijke energiereserves in het kanaal en die te vergelijken met de normale standaardwaarde. De grafiek met de relatieve waarden van de energiedistributie (blauwe lijn) in voorbeeld 3 laat zien dat de meest problematische gebieden de blaas en nieren zijn. De grafiek met de absolute waarden (rode lijn) laat zien dat in feite het hele lichaam met energiegebrek kampt. Zonder de grafiek met absolute waarden kunnen we abusievelijk aannemen dat de problemen beperkt zijn tot de blaas en de nieren.

Voor deze update moesten we ook de gegevens van andere modules analyseren om een gebrek aan energie in het lichaam te kunnen detecteren. Hoe je dat doet werd werd beschreven in dit artikel:

 Meaningful analysis of the surveys. The first step: estimating the value of vitalenergy.

Nu kunnen we de algemene energietoestand en de distributie via meridianen in detail evalueren, alles met de module ‘Organ pulse’.  Dit is erg handig voor een snelle analyse van de functionele toestand.

Interpretatie van de relatieve en de absolute energiestatus

De grafieken met de absolute en de relatieve energiewaarden hebben een andere fysiologische betekenis. De grafiek met de absolute energetische waarde geeft voornamelijk morfologische veranderingen weer en de grafiek met relatieve waarden de functionele.

Dit kun je als volgt uitleggen.
Absolute waarden vergelijken we met de standaardnormen. Hoe groter het verschil tussen de absolute waarden en normen, hoe groter de kans op morfologische veranderingen.
Wanneer je de relatieve waarden analyseert, bestudeer je hoe het lichaam omgaat met zijn hulpbronnen en zijn functionele capaciteiten tot aanpassing.

Hiervan uitgaand geven we de volgende handvatten voor de interpretatie van de fysiologische betekenis. (Dit schema moet worden gezien als een overzicht met waarschijnlijke tendensen die extra bevestiging nodig hebben. Dit schema heeft echter praktisch nut omdat het aanknopingspunten geeft voor verder diagnostisch onderzoek en kan worden gebruikt als basis om acupunctuur voor te schrijven, wat automatisch gebeurt in de modules ‘Acupunctuur’ en ‘Fysiotherapie’. Deze modules maken gebruik van de gegevens uit de module ‘Organ pulse’). 

Laten we eens kijken naar mogelijke combinaties van relatieve en absolute energiewaarden in de meridianen.

Laten we eens kijken naar voorbeeld 1 uit de demoversie van VedaPulse en deze aanpak gebruiken ter interpretatie.

Bij deze patiënt is galdyskinesie gediagnosticeerd. We hebben dit voorbeeld in 2011 bestudeerd ( http : //vedapulse.com/a-practical-example-of-the-vedapulse-assessment-s-analysis-from-the-perspective-of-ayurveda).

De spanning in de XI-meridiaan (galblaas) is duidelijk te zien, zowel aan de relatieve als de absolute waarden, wat op een verergering van de ziekte duidt in combinatie met veel functionele stress. Bovendien zijn zowel de absolute als de relatieve energiewaarden van de nieren en het hartzakje lager dan normaal, wat duidt op dystrofische processen in organen en functionele deficiëntie. In dit geval werd de lichaamsenergie gemobiliseerd in de galblaas en daarom moeten we voorzichtig zijn met de interpretatie van het gebrek aan absolute energie in de nieren en het hartzakje. We kunnen constateren dat de functionele capaciteiten van deze systemen achteruit zijn gegaan, maar we moeten controleren of er dystrofische wijzigingen zijn op morfologisch niveau. Het is beter om dit opnieuw te beoordelen nadat de acute toestand is verbeterd.

Belangrijke mededeling. In het bestudeerde voorbeeld werden sterke spanningen gemerkt in de galblaasmeridiaan in combinatie met ziekteprocessen in dit orgaan. We moeten echter niet vergeten dat de galblaasmeridiaan verbonden is met meer organen die ook verstoord kunnen zijn. 
Spanning in de XI-meridiaan moet vooral worden gezien als een uiting van psychosomatische problemen gerelateerd aan een verstoring van emotionele en motivationele processen die afhankelijk zijn van het limbisch systeem, met andere woorden, het oudste gedeelte van de hersenen dat we van onze voorouders hebben geërfd. Dit zijn zeer diepliggende mechanismen die betrokken zijn bij de regulering van de activiteit van interne organen. 
Wanneer er energiestoringen zijn in de galblaasmeridiaan, heeft niet alleen dit orgaan daar last van, maar ook de lever, de longen, het hart, het voortplantingssysteem, de maag, de twaalfvingerige darm, de nieren, de dikke darm en de perifere zenuwen. Daarom kan spanning in de XI-meridiaan ook psychische stoornissen, neuroses, migraine, epilepsie, schizofrenie, allergie, ruggenmerg ziekten en huidaandoeningen veroorzaken. 
Dit is het grootste gevaar van het trekken van te snelle conclusies en problemen in die meridiaan uitsluitend op het gelijknamige orgaan betrekken. Het is inderdaad zo dat wanneer de energie van de meridiaan verstoord is, meestal het gelijknamige orgaan problemen heeft, maar de situatie kan veel ingewikkelder zijn. Dit hoeft niet beangstigend te zijn omdat na evaluatie van de energiestatus in de meridianen, we overgaan naar de herstellende modules (‘acupunctuur’, ‘fysiotherapie’, ‘hirudotherapie’) waarmee we energiestroom in de meridiaan beïnvloeden en over het algemeen alle organen en systemen die in verbinding staan met deze meridiaan worden beïnvloed.


Laten we eens kijken naar de voorbeeld 2. De diagnose: maagzweer.

Je kunt zien wat er aan de hand is in de III-meridiaan (maag). Zowel de absolute als de relatieve energieën zijn erg gespannen!

We kunnen dit interpreteren als een verergering van de ziekte in combinatie met veel functionele stress. Overigens heeft een arts bij deze patiënt de eerste fase van een maagzweer gediagnosticeerd. Op dit moment is er geen sprake van pijn, de patiënt voelde zich alleen wat zwak. Toen we een aanzienlijke energetische spanning opmerkten in de maagmeridiaan, is deze patiënt naar een maag-darm-leverarts doorverwezen die de zorgen van de specialist die de VedaPulse-test had uitgevoerd bevestigde.

Belangrijke opmerking: we gebruiken deze grafiek niet om een diagnose te stellen conform ICD-10, we beoordelen alleen de energetische toestand van de meridianen. Er is echter wel een grote kans op ziekte wanneer twee grafieken hetzelfde probleem aangeven. Als slechts één grafiek een probleem aangeeft, bestaat de hoop dat het alleen om een functionele stoornis gaat.

We bestuderen voorbeeld 3 uit de demoversie. Dit is een voorbeeld van de beoordeling van een gewone gezonde persoon.

Te zien is dat de waarden van bijna alle meridianen op beide grafieken binnen de norm vallen van de brede band. Een aantal meridianen zit in de zone van onbelangrijke spanning en een paar aan de onderkant van de norm (in de zone van een energietekort).

Samenvatting. Nu hebben we een nieuw perspectief bij de analyse van de energetische toestand van meridianen. We raden aan om beide grafieken met de weergave van de absolute en de relatieve energie te gebruiken. Dit biedt meer informatie. Geef de meest problematische gebieden aan waar beide grafieken een tekort of een overschot aan energie tonen. Besteed eerst aandacht aan deze gebieden.

Om het belang aan te tonen van het gebruiken van beide grafieken, kijken we naar een voorbeeld uit een andere module: ‘Spectrum’. Deze biedt ook absolute en relatieve waarden.

In tabblad staat een cirkeldiagram dat de LF/HF-correlatie weergeeft, met andere woorden, de vegetatieve balans tussen de relatieve correlatie van processen van mobilisatie en het krachtsherstel van het lichaam.

Belangrijk: dezelfde waarde van de vegetatieve balans kan in het kader van geheel verschillende functionele toestanden worden geplaatst: sterke mobilisatie en uitputting, krachteloosheid. Om de oorzaak van dit gebrek aan evenwicht te begrijpen, moeten we kijken naar de absolute waarden van het spectrale bereik en deze vergelijken met gezonde normen of referentiewaarden.

Laten we teruggaan naar module ‘Organ pulse’. Hier is hetzelfde het geval. Alleen wanneer je naar de absolute en de relatieve energiewaarden kijkt, krijg je een duidelijk beeld van de energiebalans. ‘Spectrum’ geeft ons alleen een algemeen beeld en ‘Organ pulse’ geeft detailinformatie over wat in elke meridiaan aan de hand is. Met deze informatie kunnen we het probleem lokaliseren en een herstelprogramma opstellen.

Belangrijke nuances in de interpretatie van de fysiologische waarde van de energie van meridianen

Om te beginnen, in geval van een meridiaan met een duidelijke spanning in beide grafieken (absolute en relatieve energie), moeten we voorzichtig zijn bij de duiding van de andere meridianen omdat het gebrek aan energie daarin misschien het gevolg is van een dynamische herverdeling van hulpbronnen als aanpassing van het lichaam aan het kanaal waar het lichaam alle middelen heeft gemobiliseerd. In dergelijke gevallen zal analyse van de status van de andere meridianen moeilijk zijn. Eerst moeten we de acute status verlichten, en een nieuwe registratie doen en dan de toestand van de resterende meridianen analyseren. In voorbeeld 1 en 2 worden dergelijke gevallen beschreven.

Ten tweede moeten we de toestand van de meridianen niet afzonderlijk interpreteren maar allemaal samen rekening houdend met de verschillende verbindingen daartussen. Met name moeten we paren kanalen analyseren, wat betekent dat interpretatie van de toestand van de longen moet gebeuren in samenhang met de dikke darm, de milt samen met de maag, enzovoort. We moeten altijd Yin-Yang paren analyseren.

Ten derde moet we de meridiaan niet strikt in verband brengen met het gelijknamige anatomische orgaan. Beginnende gebruikers van VedaPulse begaan vaak zulke vergissingen wanneer voor het eerst met de module ‘Organ pulse’ beginnen. We moeten niet vergeten dat het woord ‘orgaan’ in de TCM en de westerse geneeskunde een andere betekenis heeft. De westerse geneeskunde heeft het pad bewandeld van strikt onderscheid maken tussen de termen anatomie, fysiologische functie en de psychologie. De oosterse geneeskunde beziet elk probleem meestal in het licht van een sterke connectie tussen al deze componenten. We begrijpen waar het accent ligt (morfologisch, functionele veranderingen of psychologisch) door de context te leren kennen van de specifieke situatie. Misschien, om verwarring te vermijden, moeten we het begrip ‘orgaan’ niet gebruiken bij het analyseren van de energie van een meridiaan en dit vervangen door het begrip ‘functioneel systeem’. Overigens wordt dit begrip in de moderne acupunctuur gebruikt waarin zowel traditionele begrippen uit de TCM termen en moderne wetenschappelijke worden gebruikt.
In ieder geval moeten we er bij de interpretatie van ‘organen’ aan denken dat we ‘functionele systemen’ bedoelen.

 kan bijvoorbeeld een overdaad in de ‘longen’ niet alleen tot ziekte leiden in het gelijknamige anatomische orgaan, maar ook tot huidziekten omdat de ‘longen’ als ‘functioneel systeem’ alle organen omvatten die op fysiologisch niveau de functie gasuitwisseling gemeenschappelijk hebben. Daarom is ook het huidoppervlak ook gerelateerd aan ‘longen’ omdat dit zorgt voor de ademhaling van de huid. Op psychologisch niveau is ‘longen’ een functioneel systeem dat verantwoordelijk voor het eerste contact met de buitenwereld. Wanneer we lucht inademen en allerlei objecten aanraken met de huid, leren we de omgeving kennen. Daarom kan verstoring van de psychologische relatie met de omgeving leiden tot allerlei verschillende aandoeningen: astma bronchiale, allergieën, diverse soorten dermatitis, psoriasis, enzovoort. Het is belangrijk dat tijdens de analyse van de pulsen, deze allemaal worden aangeduid als een verstoring van het functioneel systeem ‘longen’ en daarom een algemene aanpak vereisen.

Dit ontkracht de effectiviteit van bepaalde benaderingen voor de behandeling van verschillende ziekten die door westerse geneeskunde worden gebruikt niet.
Het betekent alleen dat er ook een andere aspecifieke, systematische benadering bestaat vanuit de oosterse geneeskunde.
Bovendien, ook al geeft een specifieke behandeling sneller effect en verlicht deze vervelende symptomen, vaak zorgt deze niet voor volledige genezing en slaan chronische ziekten naar binnen. Een systematische aanpak biedt de kans chronische aandoeningen aan te pakken. Dat is het doel van de nieuwe update van de module ‘Organ pulse’.

error: Inhoud is beveiligd
Vraag een gratis demo aan!